Isaiah 61:2-3

2Om uit te roepen het jaar van het welbehagen des Heeren, en den dag der wraak onzes Gods; om alle treurigen te troosten;
 Om uit te roepen Of, om te prediken.
,
 het jaar Dat is, den tijd, of het jaar in hetwelk het den Heere behagen of believen zal zijne genade den bedroefden conscientiën te openbaren en te bewijzen, te weten door de predikatie van het heilig Evangelie; zie Isa 40:8 ; 2Co 6:2 ; Tit 3:4 .
,
 den dag Dat is, dien dag, dien God verordineerd of bestemd heeft, in welken Hij alle ongelovigen, onboetvaardigen en vijanden zijner kerk, mitsgaders den duivel, in de eeuwige verdoemenis werpen zal. Zie Isa 34:8 , en Isa 63:4 ; Luk 18:7 , en 2Co 10:6 .
,
 treurigen Te weten die treuren over hunne zonden, waarmede zij God vertoornd hebben; 2Co 7:10-11 ; Jam 4:9 . Of degenen, die treurig zijn vanwege de ellenden der kerk, Isa 66:10 . Want den dusdanigen belooft Christus vertroosting; Mat 5:4 .
3Om den treurigen Sions te beschikken dat hun gegeven worde sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwden geest; opdat zij genaamd worden eikebomen der gerechtigheid, een planting des Heeren, opdat Hij verheerlijkt worde.
 Sions Dat is, der kerk van God.
,
 sieraad Dit is, schone klederen of heerlijkheid, welk woord Mat 6:29 gebruikt wordt voor schone klederen. Hebreeuws, om hun te geven sieraad, enz.
,
 as, Die men op het hoofd placht te strooien en daarin te zitten als men treurde.
,
 vreugdeolie Eertijds placht men ten tijde van vreugde het aangezicht met olie te zalven; maar hier wordt gesproken van de vreugdeolie van den Heiligen Geest, Joh 14:26-27 , en Joh 15:11 . Vergelijkt met de woorden van den profeet hetgeen geschreven staat Heb 1:9 .
,
 het gewaad Dat is, een kleed, hetwelk prijzenswaardig is vanwege zijne schoonheid en sierlijkheid; of een kleed, hetwelk men aantrok als men feestdag hield en de gemeente samenkwam om God voor ontvangen genade te danken en te loven. Doch versta hier door het sierlijk gewaad de genaden en giften van den Geest Gods.
,
 benauwden Of, beangstigden. Hebreeuws, samengewrongen geest, die van hartzeer en droefenis als samengekrompen is.
,
 geest; Dat is, gemoed.
,
 eikebomen Bij deze bomen versta degenen, die door het geloof Christus Jezus zijn ingeplant, en die vruchten der gerechtigheid, dat is goede werken dragen. Zie boven Isa 60:21 . De eikebomen der gerechtigheid worden gesteld tegen de eikebomen, die zij misbruikt hadden tot afgoderij. En de gelovigen worden eikebomen genaamd, ten aanzien van hunne sterkte in Christus.
Copyright information for DutSVVA