Isaiah 65:11

11Maar gij verlaters des Heeren, gij vergeters van den berg Mijner heiligheid, gij aanrichters ener tafel voor die bende, en gij opvullers des dranks voor dat getal!
 gij vergeters Of, gijlieden, die mijn heiligen berg vergeet, dat is mijn tempel en den waren godsdienst, die in mijn tempel behoorde geoefend te worden. Hij spreekt de ongelovige Joden aan. Zie Rom 10:21 ; zie ook Psa 106:21 .
,
 aanrichters De zin is: Nadat gij uw afgodisch offer verricht heb, zo zet gij u aan de tafel en eet van zulke offeranden.
,
 bende, Het Hebreeuwse woord betekent ene bende, een troep, een hoop, of heir; zie Gen 30:11 ; enigen verstaan hier het heir des hemels, de zon, de maan en de sterren; vergelijk Jer 7:18 , en Jer 8:2 , en Jer 19:13 . Anderen houden het woord Gad in den tekst, en verstaan daardoor de een Jupiter, de ander Mars, andere de fortuin, anderen de zon, anderen de ganse bende der valse goden.
,
 gij opvullers Of, gij vermengers; gelijk Pro 23:30 .
,
 voor dat getal Dat is, ter ere der sterren, die in groten getale zijn. Hebreeuws, lameni. Dit behouden sommigen in den tekst, afsof het de naam van enigen afgod ware. Anderen nemen het voor een zeker getal van sterren bij elkander, en zetten het over: voorzoveel als men tellen kan; te weten aan zoveel afgoden als men zou kunnen tellen; dat is aan een zeer groot getal. Sommigen verstaan door dit woord de maan.
Copyright information for DutSVVA