Judges 1:27

27En Manasse verdreef Beth-sean niet, noch haar onderhorige plaatsen, noch Thaanach met haar onderhorige plaatsen, noch de inwoners van Dor met haar onderhorige plaatsen, noch de inwoners van Jibleam met haar onderhorige plaatsen, noch de inwoners van Megiddo met haar onderhorige plaatsen; en de Kanaänieten wilden wonen in hetzelve land.
 Manasse Versta, den halven stam, wonende in Kanaän; niet, die over de Jordaan in Gilead en Basan woonden.
,
 Beth-sean niet, Dat is, de inwoners van Beth-Sean; gelijk in het volgende verklaard wordt. Beth-Sean lag bij de Jordaan aan de westzijde. Zie Jos 17:11.
,
 onderhorige plaatsen, Dat is, de omliggende plaatsen, onder hetzelve sorterende. Hebreeuws, dochters
,
 Tháänach Gelegen aan het gebergte Gilboa. Zie ook Jos 17:11, en Jos 21:25.
,
 Jibleam Jos 17:11. Beide deze plaatsen lagen nabij de Middellandse zee.
,
 wilden wonen Of, vonden goed, bewilligden, of begonnen. [Hebreeuws, de Kanaäniet wilde, enz.] te weten, òf uit moedwil, òf op conditie van tribuut, gelijk sommigen dit uit vs.28verklaren. Alzo onder, vs.35. Zie ook Jos 17:12.
Copyright information for DutSVVA