Jeremiah 22:13

13Wee dien, die zijn huis bouwt met ongerechtigheid, en zijn opperzalen met onrecht; die zijns naasten dienst om niet gebruikt, en geeft hen zijn arbeidsloon niet!
 Wee dien, Of, hei, o gij, die, enz. dit, alsook het volgende, ziet op den koning Jojakim [zie onder vs.18], die beschuldigd wordt van pracht, overdaad, onrechtvaardigheid, gierigheid en tirannie.
,
 met ongerechtigheid, Hebreeuws, met niet gerechtigheid; dat is, met gene gerechtigheid, of zonder gerechtigheid.
,
 met onrecht; Hebreeuws, met niet recht.
,
 zijns naasten Of, zich dient van zijnen naaste, gebruikende zijnen arbeid, of hem dwingt te dienen; vergelijk onder Jer 25:14 , en Jer 27:7 , en Jer 30:8 , en Jer 34:9 .
,
 arbeidsloon Hebreeuws eigenlijk, werk, of arbeid; dat is, arbeidsloon, gelijk Num 22:7 , waarzegging, of voorzeggingen, voor, loon der waarzeggingen; zie wijders Lev 19:13 ; Isa 49:4 ; Eze 29:20 .
Copyright information for DutSVVA