Jeremiah 31:32-33

32Niet naar het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb, ten dage als Ik hun hand aangreep, om hen uit Egypteland uit te voeren, welk Mijn verbond zij vernietigd hebben, hoewel Ik hen getrouwd had, spreekt de Heere;
 Niet naar het verbond, Sommigen verstaan dit van het verbond der wet of der werken, geschreven in stenen tafelen, overmits de volgende tegenstelling, en uit vergelijking met 2Co 3:3 , 2Co 3:6-7 , enz. Anderen verstaan het oude verbond der genade, zoals dat in het Oude Testament vóór de komst van Christus in het vlees is bediend geweest, onder verscheidene schaduwen, met veel mindere klaarheid en sobere gaven van den Heiligen Geest, enz.
,
 hand aangreep, Om hen door mijne kracht, en zeer vriendelijk, als hand aan hand samengaande, te geleiden.
,
 welk Mijn verbond Of, omdat zij mijn verbond vernietigd, of gebroken hebben.
,
 vernietigd hebben, Zie boven Jer 11:7-8 .
,
 getrouwd had, Of, hunlieder man, of Heere over hen was, mij als hun man, of Heere, gedragen had, hebbende over hen het mannelijk recht, en hen weldoende als een man zijne vrouw. Vergelijk boven Jer 3:14 , en Hos 2:6-7 . Anders: zou Ik hun man, of Heere gebleven zijn? alsof de Heere zeide: Geenszins, maar Ik heb hen veracht, gelijk sommigen verstaan dat de apostel dit verklaard heeft; Heb 8:9 .
33Maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israël maken zal, spreekt de Heere: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.
 zal Mijn wet Hebreeuws, Ik heb gegeven; dat is, Ik zal het zekerlijk doen; gelijk het volgende verklaart.
,
 binnenste geven, Dat is, hart, gelijk in het volgende verklaard wordt. Vergelijk onder Jer 32:40 , met de aantekening.
,
 hart schrijven; Vergelijk onder Jer 32:39-40 ; Eze 36:25-27 , en 2Co 3:3 .
,
 God zijn, Gelijk boven vs.1.
Copyright information for DutSVVA