Jeremiah 4:6

6Werpt de banier op naar Sion, vlucht met hopen, blijft niet staan! want Ik breng een kwaad aan van het noorden, en een grote breuk.
 naar Sion, Tot een teken dat zij allen moeten vluchten naar Jeruzalem, als een koninklijke vesting.
,
 met hopen, Of, sterkelijk, sterkt u tot de vlucht; alzo onder Jer 6:1 , en Isa 10:31 . Anders: hoopt u tezamen, vergadert u, kuddet u [om zo te spreken] gelijk Exo 9:19 . Te weten, om met alle man te vluchten. Het Hebreeuwse woord [dat in de voorgemelde plaatsen gevonden wordt] heeft de betekenis van vluchten, vertrekken, zich elders heen begeven, en van vergaderen.
,
 kwaad Dat is, groot ongeluk, jammer en ellende, gelijk de laatste woorden van vs.6 verklaren.
,
 noorden, Uit Chaldea, of Babylonië.
,
 breuk Of, verbreking; dat is ellende, jammer, verderf, verwoesting, gelijk onder vs.20, en Jer 6:1 , Jer 6:14 , en Jer 8:11 , Jer 8:21 , en Jer 10:19 , en Jer 14:17 ; vergelijk ook Jer 17:18 , en Jer 22:20 , en Jer 48:3-5 , en elders dikwijls in dit boek; alzo Isa 1:28 , enz.
Copyright information for DutSVVA