Jeremiah 48:26

26Maak hem dronken, omdat hij zich groot gemaakt heeft tegen den Heere; zo zal Moab met de handen klappen in zijn uitspuwsel, en hij zelf zal ook ter belaching zijn.
 dronken, Gij Babyloniërs, te weten uit den beker van Gods toorn; zie boven Jer 25:15-16 ; Isa 63:6 .
,
 groot gemaakt heeft tegen den HEERE; Tegen God en zijn volk met woorden en werken gesnoefd heeft. Vergelijk Psa 35:26-27 , met de aantekening en onder vs.42.
,
 klappen in zijn uitspuwsel, Gelijk onzinnige dronkaards, die ter aarde nederstortende met de handen klappen en plassen in hun eigen uitspuwsel. Anders: zich omwentelen.
,
 belaching zijn Gelijk hij tevoren Gods volk placht te belachen, gelijk volgt.
Copyright information for DutSVVA