Jeremiah 50:27

27Doodt met het zwaard al haar varren, laat ze afgaan ter slachting; wee over hen, want hun dag is gekomen, de tijd hunner bezoeking!
 Doodt met het zwaard In het Hebreeuws is een woord, alsof men zeide: zwaardt; dat is, slaat, doodt met het zwaard.
,
 varren, Dat is, rijke, geweldige, stoute pochers. Vergelijk Psa 22:13 , en Psa 68:31 , enz.
,
 afgaan ter slachting; Gelijk boven Jer 48:15 .
,
 dag is gekomen, Dat is, de tijd hunner straf, hun van God verordineerd; zie Psa 37:13 , alzo vs.31.
Copyright information for DutSVVA