Job 14:5-6

5Dewijl zijn dagen bestemd zijn, het getal zijner maanden bij U is, en Gij zijn bepalingen gemaakt hebt, die hij niet overgaan zal;
 zijn dagen Dat is, de tijd zijns levens. Alzo Gen 5:4-5 , en Gen 11:32 , enz. Vergelijk boven, vs.1, en de aantekening. In denzelfden zin worden straks zijn maanden genoemd. Alzo noemt hij onder, Job 29:2 , den voorgaanden tijd zijns levens, vorige maanden.
,
 bepalingen Te weten, van den voortgang en het einde zijns levens.
6Wend U van hem af, dat hij rust hebbe, totdat hij als een dagloner aan zijn dag een welgevallen hebbe.
 van hem af, Te weten, van hem dus te straffen.
,
 rust hebbe, Of, ophoude; te weten, van treuren, om zijner grote smarten wil. Anders, totdat hij ophoudt; te weten, van leven, gelijk het Hebreeuwse woord zo genomen wordt, Deu 15:11 .
,
 als een Hij vergelijkt zich bij een arbeider, die voor een dag of zekeren bestemden tijd gehuurd is; overmits de mensen hier voor een tijd, die van God verordend is, gesteld zijn om den arbeid hunner beroeping met den dood af te doen.
,
 zijn dag Te weten, den dag zijns stervens, gelijk onder, Job 15:32 . Dat is, totdat hij dezes levens zat zijnde, wensen zou te sterven en in de eeuwige rust te wezen; gelijk een huurling, die moede gearbeid is, met een zonderling welgevallen het loon des arbeids en de rust des nachts begeert. Anders, zijn dag afdoe; dat is, zijn leven eindige. Alzo zou hij den tijd zijns levens noemen een dag, gelijk boven, vs.1, 5, dagen; en dat uit oorzaak van de kortheid van hetzelve; in welken zin de mensen ook van de Grieken genaamd worden hemerioi; dat is, dagelijkse. Anders kan het woord dag hier ook genomen worden voor een dagwerk, of het werk van zekeren bestemden tijd; of van het einde van den dag, des dagloners, wanneer hij komt tot rust van zijn arbeid, en zijn loon ontvangt.
Copyright information for DutSVVA