Job 16:16
16Mijn aangezicht is gans bemodderd van wenen, en over mijn oogleden is des doods schaduw. ▼▼ bemodderd Of, bezoedeld, besmeerd, bekrozen. Het Hebreeuwse woord betekent een vuiligheid, komende van vochtigheid, die omgeroerd is;
Psa 46:4 , en
Psa 75:9 .
,
▼▼ doods Dat is, zeer dikke duisternis, hoedanig den mensen overkomt nabij den dood zijnde. Zie de aantekening boven,
Job 3:5 , en
Job 10:21 . Job wil zeggen dat zijn gezicht zeer verdonkerd was door zijn groot verdriet en zijn veel wenen.