Job 24:18

18Hij is licht op het vlakke der wateren; vervloekt is hun deel op de aarde; hij wendt zich niet tot den weg der wijngaarden.
 Hij Namelijk, de boze.
,
 licht Dat is, wakker, rap, snel, te weten om zeewaarts in met schepen de vlucht te nemen zo hij in zijn diefstal betrapt is, of om daarin op roof te leven. Of, naar sommiger gevoelen, dat zij in het verrichten hunner dieverij zo snel en wakker zijn als de schepen te water.
,
 vervloekt De woningen, die de straatschenders te land hebben, zijn gemeenlijk onvruchtbare, woeste, wilde en ongebouwde plaatsen. Zodanig land wordt vervloekt geheten, Gen 3:17 ; daarentegen een wel bearbeid en vruchtbaar land gezegend, Gen 27:27 . Of, versta in het algemeen dat zij van God en alle mensen, met al wat zij hebben, vervloekt zijn.
,
 hun deel Versta, het deel der bozen, van welken hij hier spreekt in het veelvoudig getal, daar hij nochtans van dezelven in het voorgaande en volgende van vs.18 maar het enkelvoudige gebruikt. Het is een verandering des getals. Alzo onder, vs.23, en Job 32:8 . Vergelijk boven, Job 21:10 .
,
 den weg Versta, den algemenen weg, die door het gebouwde en bewoonde land gaat en van velen betreden wordt.
Copyright information for DutSVVA