Job 3:9

9Dat de sterren van zijn schemertijd verduisterd worden; hij wachte naar het licht, en het worde niet; en hij zie niet de oogleden des dageraads!
 zijns schemertijd Dat is, de avondtijd, in welken de nacht nog enige schemering of klaarheid heeft, dat men wat van hem zien mag, voornamelijk door het licht van enige grote sterren, wier verduistering hier van Job gewenst wordt. Zie van het Hebreeuwse woord 2Ki 7:5 . Sommigen verstaan hier dan de morgenschemering of daging.
,
 wachte Te weten, dezen nacht. Anders, men wachte.
,
  oogleden Zo worden genaamd de stralen der zon, die in den morgenstond zich uitbreiden en openen eer de zon opgestaan is; gelijk de oogleden zich opendoen eer het oog dat ziet. Vergelijk onder, Job 41:9 .
Copyright information for DutSVVA