Joshua 10:12

12Toen sprak Jozua tot den Heere, ten dage als de Heere de Amorieten voor het aangezicht der kinderen Israëls overgaf, en zeide voor de ogen der Israëlieten: Zon, sta stil te Gibeon, en gij, maan, in het dal van Ajalon!
 sprak Jozua Dat is, hij riep en bad den Heere aan.
,
 voor de ogen der Israëlieten Dat is, in de tegenwoordigheid.
,
 sta stil Hebreeuws, zwijg; gelijk 1Sa 14:9; Psa 4:5; Jon 1:12.
,
 Gibeon, Dat is, sta stil te dier plaats waar gij nu zijt, want Jozua was in dezen tijd te Gibeon, vs.10.
,
 het dal van Ajálon Deze plaats behoorde tot den stam van Zebulon, Jdg 12:12. Er was een ander Ajalon in den stam van Dan, Jos 19:42. De zin der woorden van Jozua is: Zon, ga ons niet onder terwijl wij in Gibeon strijden, en maan, breng ons den nacht niet aan. Zie vs.13. Anderen aldus: De zon sta stil, of, dat de zon stil sta.
Copyright information for DutSVVA