Joshua 5:2-3

2Te dier tijd sprak de Heere tot Jozua: Maak u stenen messen, en besnijd wederom de kinderen Israëls ten tweeden maal.
 stenen messen, Anders, scherpe messen. Hebreeuws, zwaarden, of messen van rotsen, gelijk Exo 4:25.
,
 besnijd wederom Hebreeuws, keer weder, besnijd; dat is, besnijd wederom; een Hebreeuwse manier van spreken. Zie Num 11:4; Psa 85:7; Eze 8:6. De besnijdenis is eerst bevolen aan Abraham en zijn zaad, en daarin gecontinueerd tot in Egypte, waar diegenen welken uit Egypte getogen zijn, ook waren besneden. Maar alzo aan diegenen, die in de woestijn geboren zijn, de besnijdenis niet was geschied, zo wordt hierdoor Gods bevel aan dezen hervat.
3Toen maakte zich Jozua stenen messen, en besneed de kinderen Israëls op den heuvel der voorhuiden.
 besneed Te weten, diegenen, die nog niet besneden waren, welke zij waren, die in de woestijn geboren waren.
,
 heuvel der voorhuiden Eenigen behouden het Hebreeuwse woord Araloth in den tekst, betekende voorhuiden, omdat de voorhuiden van de kinderen Israëls daar besneden waren.
Copyright information for DutSVVA