Joshua 5:9

9Verder sprak de Heere tot Jozua: Heden heb Ik den smaad van Egypte van ulieden afgewenteld; daarom noemde men den naam dier plaats Gilgal, tot op dezen dag.
 den smaad Alzo noemt hij de voorhuid, die de Israëlieten aan hun kinderen gelaten hadden, hierin meer het exempel der oubesneden Egyptenaars navolgende dan het bevel Gods. Zie Jer 9:25-26. Sommigen verstaan door den smaad van Egypte, den smaad, dien de Egyptenaars God en zijn volk zouden opgelegd en nagezegd hebben, indien zij buiten het land Kanaän hadden moeten blijven. Zie Deu 9:28.
,
 van ulieden afgewenteld; Hebreeuws, van op ulieden; dat is, die op ulieden lag.
,
 Gilgal, Dat is, rolling, afwenteling; omdat door de besnijdenis de schande van de Israëlieten afgewenteld is.
,
 tot op dezen dag Te weten, blijft deze naam, of houdt die plaats dezen naam.
Copyright information for DutSVVA