Lamentations 2:15-16

15

Samech

. Allen, die over weg gaan, klappen met de handen over u, zij fluiten en schudden hun hoofd over de dochter Jeruzalems, zeggende: Is dit die stad, waar men van zeide, dat zij volkomen van schoonheid was, een vreugde der ganse aarde?
 Allen, Te weten van welken staat of stand zij zijn, doch versta die, welke vreemd zijn van de ware religie.
,
 klappen met de handen Tot uw spot. Hebreeuws, met de palmen. Zie de aantekening Job 27:23 .
,
 zij fluiten Zie 1Ki 9:8 ; 2Ki 19:21 ; Job 16:9 ; Jer 18:16 .
,
 waarvan men zeide, Dat is, die men noemde de volmaakte in schoonheid.
,
 vreugde der ganse aarde? Vergelijk Psa 48:2 , en Psa 50:2 .
16

Pe

. Al uw vijanden sperren hun mond op over u, zij fluiten en knersen met de tanden, zij zeggen: Wij hebben haar verslonden; dit is immers de dag, dien wij verwacht hebben, wij hebben hem gevonden, wij hebben hem gezien.
 sperren Zie Psa 22:14 . Anders: doen hunnen mond wijd open.
,
 knersen met de tanden, Of, zij bijten op de tanden.
,
 Wij hebben haar verslonden; Dat is, wij hebben hen nu tot zulk een staat gebracht, dat zij niet weder opstaan zullen.
,
 dit is immers de dag, De zin is: Wij hebben lang gewenst dezen dag te zien, dien wij nu zien en beleven.
,
 wij hebben hem gezien Of, wij zien [hem nu], te weten met lust en met vreugde.
Copyright information for DutSVVA