Malachi 1:7
7Gij brengt op Mijn altaar verontreinigd brood, en zegt: Waarmede verontreinigen wij U? Daarmede, dat gij zegt: Des Heeren tafel is verachtelijk. ▼ , ▼ , ▼▼ zegt Niet dat zij dit met uitgedrukte woorden zeiden, maar zij bewezen en deden metterdaad blijken dat dit hunne mening was.
,
▼▼ U? U, dat is, uw altaar. Die de heilige dingen van God ingesteld veracht, die veracht God zelf.
,
▼
,
▼▼ is verachtelijk Dat is, niet zo hoog te achten, dat wij juist het allerbeste onzer kudden behoeven te offeren, gelijk men eertijds gedaan heeft, toen die schone tempel en altaar in ere waren.
Copyright information for
DutSVVA