Malachi 1:7

7Gij brengt op Mijn altaar verontreinigd brood, en zegt: Waarmede verontreinigen wij U? Daarmede, dat gij zegt: Des Heeren tafel is verachtelijk.
 verontreinigd Dat is, zodanige offeranden, die door de wet verboden zijn, Lev 22:20 , enz., Deu 15:21 ; waarvan Deu 15:8 enige voorbeelden bij gebracht worden.
,
 brood, Voor spijs, of offerande, die men den Heere offerde op het brandofferaltaar, om door het vuur verteerd te worden. Zie Eze 44:7 .
,
 zegt Niet dat zij dit met uitgedrukte woorden zeiden, maar zij bewezen en deden metterdaad blijken dat dit hunne mening was.
,
 U? U, dat is, uw altaar. Die de heilige dingen van God ingesteld veracht, die veracht God zelf.
,
 Des HEEREN tafel Dat is, des Heeren altaar. Zie de aantekening bij Eze 41:22 , en Eze 44:16 . Verg. 1Co 10:21 .
,
 is verachtelijk Dat is, niet zo hoog te achten, dat wij juist het allerbeste onzer kudden behoeven te offeren, gelijk men eertijds gedaan heeft, toen die schone tempel en altaar in ere waren.
Copyright information for DutSVVA