Malachi 3:10

10Brengt al de tienden in het schathuis, opdat er spijze zij in Mijn huis; en beproeft Mij nu daarin, zegt de Heere der heirscharen, of Ik u dan niet opendoen zal de vensteren des hemels, en u zegen afgieten, zodat er geen schuren genoeg wezen zullen.
 in het schathuis, Dat is, in mijne schatkamer, waar men bijeen bewaarde al hetgeen tot onderhoud van den godsdienst behoorde. Zie 1Ch 26:20 ; Neh 10:38 .
,
 beproeft Mij nu daarin, Te weten, of Ik u niet zal zegenen, als gij de tienden, en alles wat tot mijn godsdienst behoort, oprechtelijk levert.
,
 opendoen zal Te weten, ter bekwamer tijd. De zin is: Dan zal Ik ulieden overvloedigen en tijdigen regen geven.
,
 de vensteren des hemels, Of, sluizen; zie Gen 7:11 .
,
 zegen Zegen is hier te zeggen vruchtbaren en overvloedigen regen.
,
 afgieten, Hebr. ijdelen, of ijdel maken. De zin is: In zulk een overvloed, dat het zal schijnen dat Ik al mijne schatkamers ijdel of ledig maak.
,
 zodat er geen schuren genoeg wezen zullen Hebr. tot niets genoeg. De zin is: Ik zal ulieden zoveel vruchten en overvloed geven, dat gij ze niet allen zult kunnen inzamelen, noch schuren en vaten genoeg hebben om dezelve daarin te laten.
Copyright information for DutSVVA