Micah 7:14

14Gij dan, weid Uw volk met Uw staf, de kudde Uwer erfenis, die alleen woont, in het woud, in het midden van een vruchtbaar land; laat ze weiden in Basan en Gilead, als in de dagen van ouds.
 Gij dan, Hier spreekt de kerk [verheugd zijnde in den geest] den Messias, den oppersten Herder der kerk, Jezus Christus, aan alsof zij Hem zag staan weiden en zijn herdersambt verrichten; verg. Mic 5:3 ; dit dient tot verklaring en vervolg van vs.11,12.
,
 volk Dat is, kerk, verstrooid op aarde en gehaat van de kinderen dezer wereld.
,
 staf, Dat is, Woord en Geest. Verg. Psa 23:4 .
,
 kudde De schaapskudde, waarbij de gelovigen hier en elders dikwijls worden vergeleken.
,
 erfenis, Zie Deu 32:9 , met de aantekening.
,
 alleen woont, Als een afgezonderd volk Gods, niet vermengd met de wereld, ketterijen en secten, [waarom zij ook dikwijls vervolgd en in eenzaamheid verdreven wordt] levende nochtans in zekerheid en vertrouwen tegen alle vijanden en de poorten der hel, onder bescherming van haren Herder; zie Num 23:9 ; Deu 33:28 ; Joh 15:19 ; 1Pe 2:9 ; 1Jo 5:19 , en verg. de manier van spreken met Jer 49:31 .
,
 vruchtbaar land; Hebr. Karmel. Zie Jer 2:7 , met de aantekening.
,
 Basan en Gilead, Overvloeiende van schone weiden. Zie Deu 32:14 ; Psa 22:13 ; Jer 50:19 , en van Gilead, Gen 31:21 ; Jer 22:6 , met de aantekening.
Copyright information for DutSVVA