Nahum 1:13

13Maar nu zal Ik zijn juk van u breken, en zal uw banden verscheuren.
 Maar nu zal Ik In dit vers spreekt God de Heere nog zijn volk aan, gelijk in Hab 1:12 .
,
 zijn juk Te weten, het juk van den koning van Assyrië; dat is slavernij, of dienstbaarheid. Zie van het Hebr. woord Jer 27:2 .
,
 van u breken, Hebr. van op u breken; dat is, Ik zal het u van den hals nemen, en u daarvan verlossen.
,
 uw banden Dat is, de banden, met welke u de koning van Assyrië is bindende en in dienstbaarheid houdende.
,
 verscheuren Alzo dat gij den koning van Assyrië niet meer zult onderworpen zijn. Verg. Psa 2:3 , en zie de vervulling 2Ch 36:22 ; Ezr 1:1 .
Copyright information for DutSVVA