Obadiah 18-20

18En Jakobs huis zal een vuur zijn, en Jozefs huis een vlam, en Ezau’s huis tot een stoppel; en zij zullen tegen hen ontbranden, en zullen ze verteren, zodat Ezau’s huis geen overgeblevene zal hebben; want de Heere heeft het gesproken.
 Jakobs huis zal een vuur zijn, De kerk zal, door de kracht van haar Hoofd Jezus Christus, al hare vijanden, door de Edomieten afgebeeld, verteren. Verg. de manier van spreken met Jdg 9:15 , Jdg 9:20 ; Isa 29:6 .
,
 zij zullen Die van het huis van Jakob en JoZEf.
,
 hen ontbranden, De Edomieten. Verg. Psa 7:14 , en Psa 10:2 .
19En die van het zuiden zullen Ezau’s gebergte, en die van de laagte zullen de Filistijnen erfelijk bezitten; ja, zij zullen het veld van Efraïm en het veld van Samaria erfelijk bezitten; en Benjamin Gilead.
 die van het zuiden Hebr. het zuiden zullen, enz. Juda strekte zich in het zuiden van Kanaän tot aan het gebergte van Ezau. De Joden, die in de laagte woonden, grensden aan het land der Filistijnen, gelegen westwaarts langs de Middelandse zee. Anders aldus: en zij zullen erfelijk bezitten het zuiden [namelijk] het gebergte van Ezau, en de laagte [namelijk] de Filistijnen, enz. Verg. Deu 1:7 ; Jos 10:40 ; Jdg 1:9 ; 2Ch 28:18 . Het is ene profetie [naar de stijl en staat van het Oude Testament] van de uitbreiding van het Evangelie van Christus onder de vijandelijke heidenen. Verg. Amo 9:12 ; Zep 2:7 , Zep 2:9 , enz. met de aantekening aldaar.
,
  veld van Efraïm Dat is, land, gelijk Hos 12:13 . Dat is, de voornaamste der tien stammen, welke Efraïm was, een verleider van de rest en Samaria de hoofdstad daarvan.
,
 Gilead Versta, zal Gilead bezitten, gelegen over de Jordaan, toebehorende Ruben, den halven stam van Manasse en Gad.
20En de gevankelijk weggevoerden van dit heir der kinderen Israëls, hetgeen der Kanaänieten was, tot Zarfath toe; en de gevankelijk weggevoerden van Jeruzalem, hetgeen in Sefarad is, zij zullen de steden van het zuiden erfelijk bezitten.
 gevankelijk weggevoerden Hebr. gevankelijke wegvoering, vervoering, ballingschap, gelijk dikwijls. Alzo in het volgende; dat is, dit weggevoerde heir.
,
  heir der kinderen Israëls, Gelijk boven vs.11, 13.
,
 hetgeen Versta, zullen erfelijk bezitten hetgeen, enz.
,
  Kanaänieten was, Der afgodische en vijandelijke volken.
,
 Zarfath toe; Zie 1Ki 17:9 .
,
 hetgeen Versta, zullen bezitten, hetgeen enz. Anders: die in Sefarad [zijn] zullen de steden, enz.
,
  Sefárad is, Wat door Sefarad te verstaan is, daarvan is verscheiden gevoelen, enz.
Copyright information for DutSVVA