Psalms 141:5

5De rechtvaardige sla mij, het zal weldadigheid zijn; en hij bestraffe mij, het zal olie des hoofds zijn, het zal mijn hoofd niet breken; want nog zal ook mijn gebed voor hen zijn in hun tegenspoeden.
 sla mij, Het Hebr. woord betekent eigenlijk hameren; dat is, met hamers slaan of kloppen, Jdg 5:26 ; Psa 74:6 . het betekent ook zoveel als iemand ernstiglijk vermanen; Pro 23:35 .
,
 weldadigheid zijn; Of, goedertierenheid, vriendschap, beleefdheid. De zin is: Ik zal de bestraffing van een rechtvaardige voor ene weldaad houden, dewijl het uit goede mening en tot mijn best is geschied. Zie en verg. hiermede Pro 9:8 , en Pro 25:12 , en Pro 27:6 , en Pro 28:23 ; Zec 13:6 .
,
 het zal olie Dat is, zeer kostelijke olie. Alzo worden Exo 30:23 de voortreffelijkste en voornaamste specerijen genoemd hoofdspecerijen; doch het kan hier ook wel in zijn eigen betekenis gehouden worden, te weten, voor olie, waar men het hoofd mede zalft. Verg. Psa 23:5 .
,
 het Te weten, slaan en bestraffen, het overgieten met deze olie. Hetwelk alles mij niet alleen niet zal kwetsen, maar mij zo aangenaam en nuttig zijn als een kostelijke olie.
,
 zal mijn hoofd Of, hij breke die niet af [op] mijn hoofd. De zin is, Hij bestaffe mij maar vrijmoediglijk, zonder schroom of ophouden. Want ofschoon hij voortvaart mij te bestraffen, zo zal ik niet nalaten voor hem te bidden in zijn tegenspoed.
Copyright information for DutSVVA