Psalms 141:7

7Onze beenderen zijn verstrooid aan den mond des grafs, gelijk of iemand op de aarde iets gekloofd en verdeeld had.
 Onze Te weten, mijne en van mijne krijgslieden.
,
 beenderen zijn De zin is: Het is met mij en mijn volk schier geheel gedaan, zodat wij als van elkander gehouwen en gekloofd zijn, ja als een hoop dode beenderen schijnen geworden te zijn, die men in de aarde gaat steken.
,
 gelijk of iemand Of, gelijk wanneer iemand [hout] hakte en kloofde tegen de aarde; dat is, hetwelk op de aarde ligt, en waarvan de spaanders hier en daar verspreid worden. Anders: gelijk als die het land [of aardrijk] snijdende klieft; te weten, met den ploeg [zo] zijn verdeeld onze beenderen, naar den mond van het graf [of de hel] toe.
Copyright information for DutSVVA