Psalms 19:11

11[019:12] Ook wordt Uw knecht door dezelve klaarlijk vermaand; in het houden van die is grote loon.
 klaarlijk Het Hebr. woord betekent blinken, klaar schijnen; en voorts vermamanen, waarschuwen; waardoor de mens een licht en klaarheid bekomt voor zijn ziel, mitsgaders nuttigheid, profijt en voordeel. Verg. Eze 3:18-21 .
,
 loon Het Hebr. woord betekent eigenlijk de hiel, de verzenen, [ Gen 3:15 , en Gen 25:26 ] , en wordt voorts genomen voor het einde van een ding, [gelijk hoofd voor het begin] en wijders voor uitkomst, geluk, voordeel, beloning; omdat zij in het einde en op het laatst komen; gelijk een ander woord, betekende eigenlijk het achterste, ook alzo gebruikt wordt. Zie Pro 23:18 . Dat nu God de gehoorzaamheid zijner kinderen, niettegenstaande hunne onvolmaaktheid, met grote beloften vereert, dezelve voor aangenaam houdt en beloont, dat geschiedt niet naar hunne verdiensten, maar uit genade om de verdiensten van Jezus Christus' wil.
Copyright information for DutSVVA