Psalms 22:8

8[022:9] Hij heeft het op den Heere gewenteld, dat Hij hem nu uithelpe, dat Hij hem redde, dewijl Hij lust aan hem heeft!
 gewenteld, Hebr. wentelen, of rollen op den HEERE; dat is, hij heeft zichzelven, of zijn weg [gelijk Psa 37:5 ] of zijne zaak, de uitkomst zijns lijden, den Heere bevolen, opgedragen, opgegeven, [gelijk wij ook gewoon zijn te spreken] vastelijk betrouwende op hem, als wanneer men ergens iets heenrolt, waar het bewaard zal blijven liggen, of iets op iemand schuift, die het wel machtig is op zich te nemen, en te dragen, of te redden. Verg. Psa 55:23 . Pro 16:3 . 1Pe 5:7 . alwaar dergelijke lieflijke manieren van spreken gevonden worden.
,
 dewijl Waarop Hij zich beroemt; alzo spreken zij spottenderwijze.
Copyright information for DutSVVA