Romans 14:10-12
10Maar gij, wat oordeelt gij uw broeder? Of ook gij, wat veracht gij uw broeder? Want wij zullen allen voor den rechterstoel van Christus gesteld worden. ▼▼ gij, Namelijk zwakke.
,
▼▼ oordeelt gij Dat is, veroordeelt, vs.3.
,
▼▼ uw broeder? Dat is, de gelovige Christenen, die de Christelijke vrijheid verstaan en gebruiken.
,
▼▼ gij, Namelijk sterke in het geloof.
,
▼▼ veracht gij Zie vs.3.
,
▼▼ uw broeder? Namelijk die de Christelijke vrijheid nog niet verstaat, noch durft gebruiken, om dezer zwakheid wil.
,
▼ 11Want er is geschreven: Ik leef, zegt de Heere; voor Mij zal alle knie zich buigen, en alle tong zal God belijden. ▼
,
▼▼ zegt de Heere; Hetgeen van Jehova, den waren God, bij den profeet gezegd is, wordt hier Christus toegeëigend, om te tonen dat Hij ook de waarachtige God is.
,
▼
,
▼
,
▼▼ alle tong zal God Dat is, de gelovigen uit alle natiën, zowel sterken als zwakken, zullen met hunne tongen en monden mij belijden de ware God en hun Heere en rechter te zijn; Rom 10:9-10 .
,
▼▼ belijden Of, loven, danken.
12Zo dan een iegelijk van ons zal voor zichzelven Gode rekenschap geven. ▼▼ een iegelijk Wie hij ook zij, groot of klein; zwak of sterk.
,
▼▼ voor zichzelven Dat is, van zijn eigen doen en laten, en niet van eens anders doen.
,
▼▼ Gode Dat is, den Heere Christus, die waarachtig God is en Gods gericht houden zal.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA