Ruth 4:4

4En ik heb gezegd: Ik zal het voor uw oor openbaren, zeggende: Aanvaard het in tegenwoordigheid der inwoners, en in tegenwoordigheid der oudsten mijns volks; zo gij het zult lossen, los het; en zo men het ook niet zou lossen, verklaar het mij, dat ik het wete; want er is niemand, behalve gij, die het losse, en ik na u. Toen zeide hij: Ik zal het lossen.
 gezegd Anders, gedacht; zie Gen 20:11.
,
 Ik zal het voor uw oor openbaren, Hebreeuws, ik zal uw oor ontdekken; dat is ik zal het zeggen dat gij het hoort, ik zal het u openbaren, of te weten doen, wat u onbekend is, opdat gij, als de naaste zijnde, u zoudt mogen verklaren. Indien de oren toegedekt zijn, kan men kwalijk horen, ter contrarie indien zij ontdekt en vrij zijn, hoort men wel. Zie gelijke manier van spreken 1Sa 9:15, en de aantekeningen aldaar. Idem 2Sa 7:27; Job 33:16.
,
 Aanvaard het in tegenwoordigheid der inwoners, Anders, koop; en zo in het volgende.
,
 na u Dat is, ik ben de naaste na u.
Copyright information for DutSVVA