Song of Solomon 4:8-9

8Bij Mij van den Libanon af, o bruid! kom bij Mij van den Libanon af; zie van den top van Amana, van den top van Senir en van Hermon, van de woningen der leeuwinnen, van de bergen der luipaarden.
 Bij Mij Dit spreekt Christus tot zijne Bruid, die Hij straks gezegd heeft heel schoon te zijn. De zin is: Kom tot mij in den hemel, dien gij nu door het geloof aanschouwt, als gij het beloofde land Kanaän zaagt van boven de omliggende bergen, die hier genoemd worden, zijnde nog onder de tirannen gezeten, die men hier moet verstaan door de leeuwen en luipaarden. Zie Psa 57:4 . Eenigen verstaan hier door deze bergen aan verscheidene hoeken van het Joodse land liggende, niet alleen de beroeping der Joden, maar ook der heidenen in die vier hoeken der wereld verstrooid.
,
 o bruid Aldus wordt de kerk hier en in het volgende genoemd, ten aanzien van het geestelijke huwelijk met haren Bruidegom Christus, hetwelk in den dag der bruiloft in den hemel zal voltrokken worden. Zie Joh 3:29 ; 2Co 11:2 , en Eph 5:25 ; Rev 19:7 , en Rev 21:2 , Rev 21:9 .
,
 Libanon af; Libanon, of Libanus, is wel een zeer lustige plaats geweest, Deu 3:25 , maar bij andere vruchtbare plaatsen vergeleken zijnde, was het ene wildernis, Isa 29:17 , en als een wildbaan, of jachtplaats, 2Ki 14:9 , waarop hier gezien wordt. Doch op andere plaatsen der Heilige Schrift betekent Libanus voortreffelijke en lieflijke dingen, ten aanzien van de menigte der schone bomen, die daarop wiessen; gelijk Son 3:9 , en Son 5:15 .
,
 top Of, spits. Hebreeuws, het hoofd.
,
  Amána, Dit is ene berg in Syrië, waar een vallei en rivier was, die denzelfden naam hadden, anders genoemd Abana, 2Ki 5:12 . Strabo zegt, lib.14, dat deze berg is bezeten geweest van verscheidene tirannen.
,
 Senir Van de bergen Senir en Hermon zie Deu 3:9 . Senir is hier te nemen voor een deel van den berg Hermon. Hermon, Hermon is een vermaarde berg, van welken te lezen is Psa 42:7 , en Psa 89:13 . Hij wordt anders Sion genoemd, met ene S.; Deu 4:48 .
,
 der leeuwinnen, Of, der leeuwen.
,
 van de bergen der luipaarden Hierbij verstaan enigen: verlost en bevrijd zijnde, zult gij zien het gevaar waarin gij geweest zijt. En aan de andere zijde zult gij zien den gelukkigen staat, waar gij toe gebracht zijt; of iets dergelijks; zie 1Co 6:9-11 .
9Gij hebt Mij het hart genomen, Mijn zuster, o bruid! gij hebt Mij het hart genomen, met een van uw ogen, met een keten van uw hals.
 Mij het hart Of, mijn hart hebt gij genomen.
,
 genomen, Of, beroofd, of gewond; te weten door liefde. Zie Isa 62:5 . Het Hebreeuwse woord betekent: Gij hebt mij gehard, of onthart. De zin is: Gij hebt mijne gunst en liefde verworven, niettegenstaande uw veelvoudige gebreken.
,
 Mijn zuster, Aldus wordt de kerk genoemd ten aanzien dat Christus onzer aller broeder is, hebbende ons vlees en bloed aangenomen en ons door het geloof tot Gods kinderen en zijne broeders en medeërfgenamen gemaakt. Zie Mat 12:50 ; Joh 1:13 ; Rom 8:16-17 ; Heb 2:11 .
,
 gij hebt mij En derhalve moogt gij wel gerust en verzekerd zijn dat Ik u voor altoos niet verlaten zal.
,
 met een van uw ogen, Dat is, door het ware geloof, waarmede gij mij aanschouwt en omhelst als uw lieven Bruidegom, wint gij mij het hart af. Zonder geloof kunnen wij God niet behagen; Heb 11:6 .
,
 keten Dat is met het sieraad uwer goede werken, uit een waar geloof spruitende; zie Pro 1:9 . Deze keten hebben wij van onszelven niet, maar door de genade Gods, gelijk te zien is Son 1:11 . God kroont in ons zijn eigen gaven.
,
 van uw hals Te weten, hangende.
Copyright information for DutSVVA