Song of Solomon 4:9

9Gij hebt Mij het hart genomen, Mijn zuster, o bruid! gij hebt Mij het hart genomen, met een van uw ogen, met een keten van uw hals.
 Mij het hart Of, mijn hart hebt gij genomen.
,
 genomen, Of, beroofd, of gewond; te weten door liefde. Zie Isa 62:5 . Het Hebreeuwse woord betekent: Gij hebt mij gehard, of onthart. De zin is: Gij hebt mijne gunst en liefde verworven, niettegenstaande uw veelvoudige gebreken.
,
 Mijn zuster, Aldus wordt de kerk genoemd ten aanzien dat Christus onzer aller broeder is, hebbende ons vlees en bloed aangenomen en ons door het geloof tot Gods kinderen en zijne broeders en medeërfgenamen gemaakt. Zie Mat 12:50 ; Joh 1:13 ; Rom 8:16-17 ; Heb 2:11 .
,
 gij hebt mij En derhalve moogt gij wel gerust en verzekerd zijn dat Ik u voor altoos niet verlaten zal.
,
 met een van uw ogen, Dat is, door het ware geloof, waarmede gij mij aanschouwt en omhelst als uw lieven Bruidegom, wint gij mij het hart af. Zonder geloof kunnen wij God niet behagen; Heb 11:6 .
,
 keten Dat is met het sieraad uwer goede werken, uit een waar geloof spruitende; zie Pro 1:9 . Deze keten hebben wij van onszelven niet, maar door de genade Gods, gelijk te zien is Son 1:11 . God kroont in ons zijn eigen gaven.
,
 van uw hals Te weten, hangende.
Copyright information for DutSVVA