Zechariah 14:5

5Dan zult gijlieden vlieden door de vallei Mijner bergen ( want deze vallei der bergen zal reiken tot Azal), en gij zult vlieden, gelijk als gij vloodt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, den koning van Juda; den zal de Heere, mijn God, komen, en al de heiligen met U, o Heere!
 gijlieden O mijne uitverkorenen.
,
 vlieden Dat is, haastelijk toelopen, gelijk de vluchtenden plegen te doen. Of, men kan het verstaan van de goddeloze Joden, die door schrik en vrees van straf wegvluchten zouden en ruimte maken voor het aankomende volk des Heeren.
,
 door de vallei Anders: tot de vallei mijner bergen; dat is, tot mijne kerk.
,
 Mijner bergen Of, der bergen; dat is, dier twee delen van den Olijfberg, die Ik met het doorspijten van den Olijfberg, gemaakt heb.
,
 Azal Anders: tot den berg, dien Hij afgezonderd, of verkoren heeft, te weten, den berg Zion. Hij, te weten, de Heere. De zin is: Daar zal een wijde baan zijn, alzo dat een ieder wel plaats en ruimte hebben zal om de kerk van Christus te kunnen komen. Wat den berg Azal aangaat, is onzeker waar hij ligt, want van dezelven wordt nergens meer gedacht.
,
 en gij zult vlieden, Anders: gij zult vinden, zeg ik, gelijk, enz.
,
 voor de aardbeving Of, vanwege de aardbeving, of uit vrees der aardbeving. Zie Amo 1:1 .
,
 in de dagen van Uzzia, Zie de koning Uzzia, 2Ch 26:19 .
,
 dan zal de HEERE, Dit spreekt de profeet in zijn eigen persoon. De zin is: Na de eerste verschijning van Christus, in het vlees, zal de andere volgen ten jongsten dage.
,
 al de heiligen Dat is, alle engelen. Zie Dan 8:13 .
,
 met U, o HEERE Hier wendt de profeet zijne aanspraak tot Christus, hetwelk, gelijk sommigen menen, daarom geschiedt, omdat de profeet wel geweten heeft, dat die boze Joden hem niet geloven zouden. Verg. Joel 3:11 .
Copyright information for DutSVVA