1 Chronicles 22:2
2) vreemdelingen, Dit waren lieden, die onder het volk Israls woonden en als huurlingen dienden. Zie 2 Kron. 2:17, en 2 Kron. 8:7. 2Ch 2.17 8.7 3) welke men Hebreeuws, stenen der behouwing; dat is, die geschikt zijn om behouwen en gesneden te worden. Ezra 3:7
15) houwers en werkmeesters, Houthouwers en steenhouwers, die hout uit de bossen en stenen uit de rotsen zouden houwen. Het Hebreeuwse woord begrijpt beiden, en beiden waren tot het bouwen des tempels nodig. 16) spijs en drank, Naar het exempel van Salomo; 1 Kon. 5:6,9,11. 1Ki 5.6,9,11 17) Libanon Zie 1 Kon. 4:33. 1Ki 4.33 18) Jafo, Anders genaamd Joppe; Hand. 9:36. Zie 2 Kron. 2:16. Ac 9.36 2Ch 2.16
Copyright information for
DutKant