‏ 2 Samuel 12:17

30) oudsten van zijn huis

Dat is, zijn voornaamste officieren of hovelingen, die in het volgende zijn knechten genoemd worden.

31) brood met hen.

Zie boven, 2 Sam. 3:35, en elders dikwijls.

2Sa 3.35

‏ 2 Samuel 12:22

37) zeide:

Te weten, bij mijzelven, dat is, ik dacht.

Copyright information for DutKant