‏ Genesis 23:2

1) Kiriath Arba,

Anders, in de stad Arba. Sommigen houden dezen naam gekomen te zijn van een reus, bouwer dezer stad. Zie Joz. 14:15 en Joz. 15:13.

Jos 14.15 15.13

2) Hebron,

Een stad, die daarna in den stam van Juda geweest is, gelegen bij het eikenveld Mamre, waar Abraham langen tijd gewoond heeft. Zie voorts boven, Gen. 13:18

Ge 13.18

3) kwam om

Te weten, in de tent zijner vrouw. Zie boven Gen. 18:6,9.

Ge 18.6,9

4) te beklagen

Dit gebruik is bij de vromen vanouds af geweest, om hun droefenis te verklaren in het algemeen over de ellende aller mensen, en in het bijzonder over het tijdelijk verlies van hun vrienden, of enige uitnemende personen. Zie hiervan ond. Gen. 50:3; Deut. 34:8; 1 Sam. 25:1; 2 Sam. 3:32; Hand. 8:39, enz. Welk gebruik bijgelovig door de ongelovigen nagebootst is geweest. Zie Mark. 5:38,39, enz.

Ge 50.3 De 34.8 1Sa 25.1 2Sa 3.32 Ac 8.39 Mr 5.38,39

‏ Genesis 35:27

43) in Mamre,

Een plaats vanwaar men zien mag boven, Gen. 23:17. Alzo genoemd door Abrahams bondgenoot, die Mamre heette; zie boven, Gen. 13:18, en Gen. 14:13,24.

Ge 23.17 13.18 14.13,24

44) Kirjath-Arba,

Zie boven, Gen. 23:2.

Ge 23.2

45) Hebron,

Zie boven, Gen. 13:18, en Gen. 23:2,19.

Ge 13.18 23.2,19

46) en Izak.

Die er nog als vreemdeling woonde.

‏ Numbers 13:22

17) Hebron toe

De naam ener stad, van welke zie Gen. 23:2.

Ge 23.2

18) kinderen van Enak;

De naam van een groten en wijdvermaarden reus, welke naam anderen gemeen is, gelijk Num. 13:22 [zoals sommigen menen] en onder, Num. 13:28,33. Zie Deut. 1:28.

Nu 13.22,28,33 De 1.28

19) Zoan in Egypte.

Hebreeuws, Tsoan. De naam van een zeer oude stad, welke men meent te zijn de satd, die Tanis genoemd wordt, een der voornaamste steden van Egypte, in welke de koningen en vorsten hun woning plachten te hebben. Zie Ps. 78:12.

Ps 78.12

‏ Joshua 14:15

26) Hebron

Velen houden het er voor dat Kiriath-Arba is genoemd geworden Hebron, naar Hebron, den zoon van Kaleb, die 1 Kron. 2:42, genoemd wordt de vader Hebron.

1Ch 2.42

27) die

Arba is de naam van een man, van welken de stad haar naam heeft.

28) een groot mens

Zo ten aanzien zijner macht en autoriteit als der grootte van zijn lichaam: en groot onder de Enakim; dat is, de grootste onder hen, alzo ook Luk. 1:28.

Lu 1.28

29) het land rustte

Te weten, nadat Jozua aan Kaleb de stad Hebron gegeven en Kaleb dezelve had ingenomen; maar niet in dien tijd toen Kaleb haar van Jozua begeerde, Joz. 14:12, want toen was Hebron en nog vele landen te winnen.

Jos 14.12

‏ 2 Samuel 5:5

Copyright information for DutKant