‏ Genesis 37:14

18) welstand

Hebr. vrede. Dit woord betekent allerlei welvaart der mensen, niet alleen in het algemeen, Lev. 26:6; 1 Kon. 2:33; Ps. 125:5; Jer. 29:7, maar ook in het bijzonder, ten aanzien van hun lichamelijke gezondheid en sterkte, 2 Sam. 18:32; Ps. 38:4, en Gen. 37:14; idem vanhun ziel, Num. 6:26; Jes. 48:22; Luk. 2:14; Joh. 14:27, mitsgaders van al hun goederen, roerende en onroerende; 1 Sam. 25:6; Job 5:24 en hier in de volgende woorden.

Le 26.6 1Ki 2.33 Ps 125.5 Jer 29.7 2Sa 18.32 Ps 38.3 Ge 37.14 Nu 6.26 Isa 48.22 Lu 2.14 Joh 14.27 1Sa 25.6 Job 5.24

19) breng mij

Of, breng mij de zaak weder over, dat is, breng mij van alles bescheid.

20) Hebron,

Zie boven, Gen. 23:2.

Ge 23.2

‏ 2 Samuel 17:3

2) de man,

Hij wil zeggen: Het is u toch om David te doen; het volk zoudt gij gaarne tot u trekken. Als ik nu David zal hebben omgebracht, daarmede zal het gedaan zijn, zo zal ik het volk lichtelijk tot u wenden, ja zijn dood is inderdaadde wederkering van al het volk, dat tevreden zal zijn en u voor koning aannemen, als maar David vankant is. Anders, als zij allen wederkeren [hij is [toch] de man, dien gij zoekt] [zo] zal al het volk tevreden zijn.

3) vrede zijn.

Hebreeuws, zal vrede zijn. Vergelijk 1 Sam. 25:6; onder 2 Sam. 20:8; Job 21:9, enz.

1Sa 25.6 2Sa 20.8 Job 21.9
Copyright information for DutKant