Leviticus 20:3
4) Mijn aangezicht tegen Zie boven, Lev. 17:10. Alzo onder, Lev. 20:5, enz. Le 17.10 20.5 5) zal hem uit het midden Te weten, door een bijzondere straf, die Ik over hem ook in dit leven zal laten komen, zo hij van de overheid niet gestraft wordt. Alzo in het volgende. 6) Molech gegeven, Boven, Lev. 20:2. Le 20.2 7) Mijn heiligdom ontreinigen, Te weten, als hij daarin zou komen, zijnde met zulke gruwelijke zonden besmet. Vergelijk boven, Lev. 15:31. Le 15.31 8) Mijn heiligen Naam Hebreeuws, den naam mijner heiligheid. Zie boven, Lev. 18:21. Le 18.21 Leviticus 26:17
26) aangezicht tegen ulieden zetten, Zie boven, Lev. 17:10. Le 17.10 Ezekiel 14:8
20) zal Mijn aangezicht Zie Lev. 17:10. Le 17.10 21) een teken Te weten van mijn rechtvaardige wraak tegen de huichelaars. Want Ik zal met die in het straffen zo vreeslijk en zeldzaam omgaan, dat een ieder daarover verschrikt zal zijn als over een openbaar teken mijner wraak, een ieder door mij voorgesteld tot zijne waarschuwing. Vergelijk Deut. 28:46. Anders: zal hem verwoesten tot een teken; dat is, dat hij tot een teken zij, enz. De 28.46 22) tot spreekwoorden, Zie Deut. 28:37; Job 17:6; zie ook 1 Kon. 9:7,8; 2 Kron. 7:20,21; Ps. 44:14,15, en Ps. 69:12; Jer. 24:9; Hab. 2:6. De 28.37 Job 17.6 1Ki 9.7,8 2Ch 7.20,21 Ps 44.13,14 69.11 Jer 24.9 Hab 2.6 23) uitroeien Zie Lev. 20:3. Le 20.3
Copyright information for
DutKant