‏ Matthew 6:22-23

28) De kaars des lichaams is het oog;

Dat is, gelijk het lichaam door het oog, zo wordt des mensen doen en laten door het verstand geleid en gericht.

29) boos is,

Dat is, verblind of verdorven.

‏ Luke 11:34-35

35) verlicht;

Of, luchtig; zie Matth. 6:22.

Mt 6.22
36) Zie dan toe,

Of, ziet dan, of niet het licht, hetwelk in u is, duisternis zij.

‏ 1 Corinthians 2:11

27) de geest des

Dat is, de redelijke ziel en het verstand des mensen weet wat in hem is. Zie 1 Joh. 3:20.

1Jo 3.20

28) niemand hetgeen

Namelijk onder de schepselen. Want de Zoon kent den Vader, en de Vader den Zoon, Matth. 11:27, en hier ook de Heilige Geest, als een enig God met den Vader en den Zoon; Rom. 8:27.

Mt 11.27 Ro 8.27
Copyright information for DutKant