Ruth 1:8
14) moeder; Of, omdat de vader van Orpa overleden mocht zijn, of, omdat de moeders de dochters gemeenlijk meest beminnen. Van Ruth wordt gezegd, Ruth 2:11, dat zij haar vader verlaten heeft. Ru 2.11 15) doden, en bij mij. Versta, Machlon en Chiljon, zonen van Naomi en gewezen mannen van haar schoondochters. Ruth 2:11
18) aangezegd alles, Hebreeuws, aangezegd wordende is mij aangezegd. 19) te voren niet kendet. Hebreeuws, gisteren, eergisteren.
Copyright information for
DutKant