‏ Zechariah 4:10

22) wie veracht den dag der kleine dingen?

Dat is, den dag van de kleine beginselen der wederopbouwing van den tempel; alsof Christus zeide: De Vader heeft dit door zijn almogende voorzienigheid alzo geordineerd, wie zal het verhinderen? Het behaagt hem, wie het zal verachten?

23) zeven verblijden zullen,

Te weten, ogen, van welke gesproken is, Zach. 3:9, gelijk ook gesproken zal worden onder Zach. 5:6, en Openb. 5:6.

Zec 3.9 5.6 Re 5.6

24) het tinnen gewicht zullen zien

Hebr. den steen des tins, of den tinnen steen; dat is, het meetsnoer, waar een tinnen of loden gewicht aan hangt. Zie Jes. 34:11 de aantekening aldaar.

Isa 34.11

25) ogen des HEEREN,

Dat is, de vaste voorzienigheid des Heeren.

26) die het ganse land doortrekken.

Verg. 2 Kron. 16:9.

2Ch 16.9

‏ Revelation of John 5:6

11) een Lam, staande

Zo wordt Christus hier afgebeeld omdat het paaslam en andere lammeren, die voor de zonde dagelijks geofferd werden, Exod. 29:38, schaduwen van Christus waren, gelijk Hij ook zo genoemd wordt Jes. 53:7. Zie ook Joh. 1:29.

Ex 29.38 Isa 53.7 Joh 1.29

12) als geslacht, hebbende

Of geslacht geweest zijnde. Het woord als nemen sommigen voor de waarheid der zaak, gelijk het Joh. 1:14 en elders meer genomen wordt. Anderen nemen het alleen voor een gelijkenis, namelijk omdat Christus nu verheerlijk op den troon Zijns Vaders, de littekenen van Zijn wonden en andere smarten, die Hij tevoren voor ons gedragen had, in dit gezicht nog droeg, gelijk Luk. 24:40, en Joh. 20:27, ook deed.

Joh 1.14 Lu 24.40 Joh 20.27

13) zeven hoornen, en zeven ogen;

Hierdoor wordt de Heilige Geest afgebeeld, dien Christus zonder mate heeft ontvangen, Joh. 3:34, waardoor Hij ook Zijn macht en Zijn voorzienigheid in het regeren Zijner gemeente uitvoert.

Joh 3.34

14) zeven geesten Gods,

Dat is, de volheid van den Heiligen Geest. De reden van deze wijze van spreken, zie Openb. 1:4.

Re 1.4

15) die uitgezonden zijn in alle landen.

Grieks uitgezonden in al het land, of de aarde. Deze woorden zijn genomen uit Zach. 3:9; waar zeven ogen worden gegraveerd op den steen, waar God Zijn tempel onder Jozua op bouwt die Openb. 4:10 verklaard worden te zijn de ogen Gods die het aardrijk doorgaan; dat is, Zijn voorzienigheid en Geest, waardoor Hij de wereld en en inzonderheid Zijn gemeente regeert.

Zec 3.9 Re 4.10
Copyright information for DutKant