1 Chronicles 15:27
26) der zangers; Anders, des gezangs. Of aldus, met de zangers. 27) een lijfrok aan Waarmede hij zijn koninlijke waardigheid en grootheid als bedekte voor de grote waardigheid en majesteit Gods, zich houdende als de andere dienaren in den dienst Gods. Hebreeuws, en op David was een efod.
Copyright information for
DutKant