1 Chronicles 16:41-42

63) uitgelezenen,

Te weten, tot het zangersambt.

64) Met hen dan

Anders, en met hen, [te weten] Heman en Jeduthun, waren trompetten.

65) [met] instrumenten

Of, met muzikale instrumenten Gods; dat is, waarmede men God loofde, heilige gezangen daarop zingende en spelende.

1 Chronicles 25:1

1) de oversten

Dat is, de overste der Levieten, want in de wet werden de Levieten in hun menigten en geestelijke bedieningen ook een heir genoemd, Num. 4:23, maar versta zulk een heir, dat den godsdienst en de geestelijke zaken moest bezorgen; daarom hadden zij hun leger in de woestijn bij den tabernakel, Num. 3. De oversten nu, of de hoofden van dit geestelijke heir waren de priesters, en onder de gemene Levieten de hoofden der vaderlijke huizen van Gerson, Kehath en Merari, met welker raad, en ten overstaan van welken David, als mede een profeet zijnde, deze kerkelijke orde gemaakt heeft.

Nu 4.23

2) die onder hen geteld werden,

Hebreeuws, En hun getal was mannen des werks tot hun dienst, [mannen des werks] dat is, mannen die bekwaam waren tot het werk.

1 Chronicles 25:3

7) Zeri,

Hij wordt Jizri genoemd, 1 Kron. 25:11.

1Ch 25.11

8) zes;

Versta hierbij, ook SemeĀ‹, uit 1 Kron. 25:17. Hij moet er noodzakelijk bij zijn, anders zouden er hier maar vijf genoemd worden.

1Ch 25.17
Copyright information for DutKant