1 Chronicles 26:20

22) en

Anders, dat is, of te weten, gelijk de letter van genomen wordt Richt. 7:24, en 1 Sam. 28:3, enz.

Jud 7.24 1Sa 28.3

23) over de schatten

Hier staat aan te merken dat er verscheidene schatten in het huis des Heeren geweest zijn; want vooreerst werd daar verzameld hetgeen tot onderhoud der priesters en der Levieten gegeven werd, als, daar waren de eerstelingen en de tienden, of de waarde derzelve; daarna, wat den Heere geheiligd werd, als vrijwillig offer, beloften, het losgeld voor de eerstgeborenen en dergelijke, waarvan de onkomsten genomen werden tot het dagelijkse offer, idem, tot de offeranden op de sabbaten, nieuwe maanden en jaarlijkse feestdagen, enz. Ten derde, zo werd er ook geld vergaderd tot den bouw des tempels en de onderhouding deszelven. Zie onder, 1 Kron. 26:26,27,28.

1Ch 26.26,27,28

2 Chronicles 31:12

33) overste,

Dat is, de voornaamste thesaurier die over deze schatten des tempels gesteld was. Naast hem was Simei zijn broeder, als een ondercommies, onder dezen de andere ontvangers, die in 2 Kron. 31:13 genoemd worden. Zie de ordinantie hiervan 1 Kron. 26:20,21.

2Ch 31.13 1Ch 26.20,21

Nehemiah 12:44

34) kamers,

Vergelijk onder, Neh. 13:5,12,13, en boven, Neh. 10:37,38.

Ne 13.5,12,13 10.37,38

35) der steden

Dat is, die rondom de steden lagen.

36) der wet,

Dat is, die in de wet verordineerd waren voor, enz. Tot welker opbrenging zij zich opnieuw verbonden hadden, boven, Neh. 10:35, enz.

Ne 10.35

37) was vrolijk

Hebreeuws, [daar was] blijdschap, of vrolijkheid van Juda; of, de vrolijkheid van Juda [was] over, enz.

38) stonden.

Dat is, hun dienst vlijtiglijk en getrouwelijk waarnamen, en daarin alzo zouden voortgaan, daar zij tevoren in het land verstrooid waren door gebrek aan onderhoud, dat men nu gewilliglijk en met vreugde opbracht. Vergelijk onder, Neh. 13:10.

Ne 13.10
Copyright information for DutKant