1 Chronicles 26:26-28

30) broederen

Dat is, bloedverwanten.

31) geheiligd had,

Dat is, in den tempel tot den godsdienst geschonken had.

32) Van de krijgen

Dat is, van den buit in den krijg verkregen.

33) te onderhouden.

Te weten, nadat het huis gebouwd zijnde, mettertijd verbetering zou van node hebben.

34) de ziener,

Zie 1 Sam. 9:9.

1Sa 9.9
Copyright information for DutKant