1 Chronicles 29:3-4

6) uit mijn welgevallen

Dat is, uit zonderlinge liefde tot het huis mijns Gods.

7) het bijzonder

Dat is, van mijn eigen juwelen en andere kostelijkheden, die ik gespaard en hiertoe bewaard heb.

8) talenten gouds,

Zie Exod. 25:39.

Ex 25.39

9) om de wanden

Te weten, het goud om de wanden des tempels te overtrekken; en het zilver om de andere huizen en kamers, tot den tempel behorende, te overtrekken.

2 Chronicles 3:4

7) En het voorhuis,

Anders, en het voorhuis, dat voor aan de lengte was, was, enz.

8) vooraan was,

Te weten, van het huis des Heeren. Zie 1 Kon. 6:3.

1Ki 6.3

9) de lengte,

Dat is, het was zo lang als de tempel breed was.

10) de hoogte

Van de breedte, die tien ellen was, zie 1 Kon. 6:2.

1Ki 6.2

Job 22:24

46) het goud

Dat is, zeer overvloedigen rijkdom vergaderen. Het goud op, of bij het stof te leggen, schijnt zoveel te zijn als goud gelijk stof op te hopen, of het goud door den geweldigen overvloed, dien men heeft, te achten als stof, dat men niet met vaste bewaring behoeft te verzekeren. Anders, men zal het goud op het stof leggen; dat is, God zal door zijn zegen u het goud lichtelijk laten voortkomen.

47) het [goud van]

Zie 1 Kon. 9:28.

1Ki 9.28

48) rotssteen

Dat is, niet in hoge en vaste plaatsen, waar het zou mogen schijnen wel bewaard te zijn, maar in het lage aan den voet van een rotssteen, waartegen sterke stromen vloeien, die lichtelijk ontdekken en ook wegnemen kunnen wat daarbij ligt. De zin is, dat hij het goud in zulken overvloed zou hebben, dat hij het niet veel achten zou, en weinig bezorgd zijn om wel te bewaren.

Job 28:15

37) gesloten goud

Zie 1 Kon. 6:20.

1Ki 6.20
Copyright information for DutKant