1 Chronicles 5:16

19) in haar onderhorige

Dat is, in de kleine steden, dorpen en vlekken, behorende onder de grote steden. Hebreeuws, dochteren.

20) Saron,

Waar goede weide was. Dit Saron was in Gilead gelegen. Zie van een ander Saron in Efra‹m, Hoogl. 2:1.

So 2.1

1 Chronicles 27:29

33) Saro weidden,

Zie Hoogl. 2:1.

So 2.1

Song of Solomon 2:1

1) ben

Hier spreekt de Bruidegom weder, zo sommigen menen; maar anderen menen dat het de woorden der Bruid zijn.

2) een Roos

De roos is de edelste onder de bloemen en haar reuk verkwikt de hersenen. Bij de rozen van Saron, dat is die te Saron wassen, worden verstaan uitnemend schone rozen; gelijk bij de leli‰n der dalen, dat is die in de dalen wassen, worden verstaan schone welriekende leli‰n. Salomo is zo schoon niet versierd geweest als een van deze, Matth. 6:29; maar overmits hier gesproken wordt van de roos, wassende in de velden van Saron, en van de leli‰n in de dalen, maar niet van zulke, die in betuinde of besloten hoven wassen; zo schijnt het dat hiermede wordt te kennen gegeven dat de kerk van Christus verdrukking onderworpen is, gelijk de bloemen des velds van een ieder, die daar voorbijgaat, lichtelijk afgeplukt en van de beesten vertreden en afgebeten worden. Deze zin blijkt de rechte te zijn uit Hoogl. 2:2.

Mt 6.29 So 2.2

3) Saron,

Saron is een lustige, schone landstreek, strekkende van Cesarea tot Joppe, niet ver van de Middellandse zee. Aldus wordt ook genoemd ene stad aldaar gelegen. Zie breder van Saron, 1 Kron. 5:16; Jes. 33:9, en Jes. 35:3, en Jes. 65:10; Hand. 9:35.

1Ch 5.16 Isa 33.9 35.3 65.10 Ac 9.35

Isaiah 33:9

32) Het land

Te weten het Joodse land, hetwelk van de Assyri‰rs verwoest is.

33) de Libanon

De naam van een berg, en door dezen, als andere hier genaamde plaatsen, liggende aan de grenzen des lands, wordt te kennen gegeven, dat het ganse land verwoest was.

34) schaamt zich,

Te weten omdat hij van zijn schone hoge cederbomen ontbloot is, die door de Assyri‰rs zijn afgehouwen, waarmede hij tevoren versierd en als opgepronkt was.

35) hij verwelkt;

Of, hij is nedergehouwen.

36) Saron

Een land, waar goede tarwe pleegt te wassen. Zie 1 Kron. 27:29, maar het was jammerlijk verwoest als de profeet dit schreef.

1Ch 27.29

37) Basan

In Basan was goede weide. Zie Deut. 32:14; Ps. 22:13. Dit gebergte lag niet in den stam van Juda, maar in den halven stam van Manasse; Joz. 13:30.

De 32.14 Ps 22.12 Jos 13.30

38) Karmel

Hier was ook goed weideland. Zie 1 Sam. 25:2.

1Sa 25.2

39) zijn geschud.

Of, werpen af; te weten hunne vruchten. Anders: ruchelt; dat roept als een ezel, dat is, schreit verschrikkelijk, namelijk omdat de beesten, die daar plachten te weiden, nu verdreven en geroofd waren.

Copyright information for DutKant