1 Chronicles 9:19
20) broeders Dat is, bloedverwanten. 21) vaders Te weten, de Kehathieten, Num. 4:4. Nu 4.4 22) het leger Dat is, in de woestijn, waar God de Levieten als een heirleger gevoerd heeft, en zelfs rondom de ark legerde. 23) ingang; Te weten, tot het heilige der allerheiligste in de tent des Heeren.1 Chronicles 9:22
26) David Zie hiervan onder, 1 Kron. 16, 1 Kron. 23, 1 Kron. 26. 27) Samuel, Wanneer Samu‰l dit heeft gedaan, zegt de Heilige Schrift nergens. Enigen menen dat het geschied is als de ark uit der Filistijnen land gebracht was, 1 Sam. 7. 28) de ziener, Dat is, profeet. Zie de aantekening 1 Sam. 9:9. 1Sa 9.9 29) ambt bevestigd. Hebreeuws eigenlijk: In hun waarheid, getrouwheid; alzo ook onder, 1 Kron. 9:26. Dat is, in het ambt, dat hun toevertrouwd was; en het wordt alzo genoemd omdat in de bediening van zulk een ambt trouw en geloof vereist wordt, 1 Cor. 4:2. 1Ch 9.26 1Co 4.2
Copyright information for
DutKant