1 Corinthians 10:5

8) terneder geslagen.

Namelijk om huns ongeloofs wil, gelijk Paulus verklaart Hebr. 3:17,18,19.

Heb 3.17,18,19

Hebrews 3:16

39) doch niet allen,

Namelijk gelijk Jozua, Kaleb, vele Levieten en anderen; hetwelk de apostel daarbij voegt, om te tonen dat God altijd ook Zijn overblijfsel onder het volk heeft behouden, en derhalve onder hen ook behouden zal, niettegenstaande de verharding van velen.

Hebrews 3:19

42) vanwege [hun] ongeloof.

Dat is, omdat zij niet betrouwden op Gods beloften, maar tegen Hem murmureerden zonder berouw.

Copyright information for DutKant