1 Corinthians 11:3

4) dat gij weet

Dat is, dat gij let op de orde van onderwerping, die God onder de mensen in Zijn geestelijk lichaam gesteld heeft, opdat gij niet doet wat daartegen strijdt.

5) het hoofd is

Dat is, over Hem gesteld, heerschappij over Hem hebbende, gelijk het hoofd doet boven en over de andere leden.

6) eens iegelijken mans,

Namelijk behorende tot Zijn geestelijk lichaam, want van dat wordt hier eigenlijk gehandeld. Niet dat Hij ook niet zou zijn het hoofd der vrouw, want Hij is het hoofd van Zijn gehele lichaam; Ef. 5:23.

Eph 5.23

7) God het hoofd van

Namelijk God de Vader, onder wien de Zoon Gods Jezus Christus staat, niet ten aanzien van Zijn goddelijke natuur, naar welke Hij den Vader in waardigheid en hoogheid even gelijk is, Joh. 10:30; Filipp. 2:6, maar naar Zijn Middelaarsambt, naar hetwelk Hij om onzentwil zichzelven den Vader heeft onderworpen en minder is dan de Vader, Joh. 14:28; gelijk een gezant onder de mensen als zodanig minder is dan degene die hem zendt, hoewel zij van nature evengelijk zijn.

Joh 10.30 Php 2.6 Joh 14.28

1 Corinthians 15:27-28

77) Hij heeft

Namelijk God de Vader.

78) alle dingen

En dienvolgens ook alle vijanden, waaronder ook de tijdelijke dood is.

79) Zijnen

Namelijk Christus. Zie van deze plaats bredere verklaring Hebr. 2:6.

Heb 2.6

80) voeten onderworpen.

Dat is, onder Hem gesteld, om al wat vijandig is teniet te doen, dat het zijn Rijk niet meer beschadige.

81) Hij uitgenomen wordt,

Namelijk God de Vader. Of, dat het is zonder dien.

82) Hem alle dingen onderworpen heeft.

Namelijk Christus.

83) onderworpen worden

Namelijk afgelegd hebben, niet Zijn goddelijke natuur en macht, maar deze wijze van bediening van Zijn Middelaarsambt, welke Hij, als een gezant des Vaders, alsdan volkomen volbracht en uitgevoerd zal hebben.

84) God zij

Namelijk de Vader.

85) alles in allen.

Dat is, zijne gemeente voorts door Hem zelf, als ware God met den Zoon en den Heiligen Geest zonder middel verheerlijke.

Copyright information for DutKant