‏ 1 Corinthians 12:4

10) verscheidenheid

Gr. daar zijn verscheidenheden; dat is, de gaven zijn velerhande, de ene treffelijker dan de andere, en ook verscheidenlijk gedeeld, aan dezen en niet aan genen, en dat met verscheidene mate. Zie 1 Cor. 12:8, enz.

1Co 12.8

11) der gaven, doch

Namelijk van profeteren, met vreemde talen spreken en dergelijke, die hierna verhaald worden.

12) dezelfde Geest;

Namelijk die al deze gaven werkt en uitdeelt, en daarom behoort degene, die de treffelijkste ontvangen heeft, zich daarover niet te verhovaardigen, of dengene, die mindere heeft, te verachten, alzo Hij aan denzelven immers zo treffelijke gaven had kunnen geven als aan den anderen.

‏ James 1:17

60) volmaakte gifte

Dat is, die nodig en dienstig is om den mens meer en meer te volmaken en tot zaligheid te brengen.

61) van boven,

Dat is, van God, die daar boven in den hemel zijn troon heeft, en van daar zijn gaven tot ons afzendt; zie Joh. 3:31.

Joh 3.31

62) Vader der lichten

Dat is, die niet alleen het licht zelf is, 1 Joh. 1:5,7, en een ontoegankelijk licht bewoont, 1 Tim. 6:16; maar ook verlicht een iegelijk mens die in de wereld komt; Joh. 1:9.

1Jo 1.5,7 1Ti 6.16 Joh 1.9

63) geen verandering is,

Grieks gene verandering in is; namelijk in zijn wezen, natuur en eigenschappen.

64) schaduw van omkering.

Grieks afschaduwing; een gelijkenis, genomen van de zon, wier schijnsel dikwijls door enige wolken als schaduwen verduisterd wordt.

65) omkering.

Namelijk zijns willens, van goed tot kwaad.

Copyright information for DutKant