1 Corinthians 13:8
30) vergaat Gr. valt nimmermeer uit, gelijk Rom. 9:6. Ro 9.6 31) nimmermeer; maar Dat is, nog in dit leven laat zij niet af deze vruchten voort te brengen, en in het toekomende leven zal zij niet ophouden, maar altijd blijven en volmaakt zijn, hoewel niet altijd met enerlei werking bezig. 32) profetin, zij Zie 1 Cor. 12:10. 1Co 12.10 33) zullen teniet gedaan Namelijk zo in dit leven als die gave zal ophouden, gelijk na de tijden der apostelen geschied is; als in het toekomende, in hetwelk de voorzegging van toekomende dingen niet nodig zal zijn. 34) talen, zij Gr. tongen. Zie 1 Cor. 12:10. 1Co 12.10 35) zullen ophouden; Namelijk gelijk de profetien. 36) kennis, zij zal Namelijk die onvolmaakte kennis, die wij nu verkrijgen door den dienst des Woords in dit leven, gelijk verklaard wordt in de volgende verzen.
Copyright information for
DutKant