1 Corinthians 14:1

1) de liefde na,

Gr. vervolgt de liefde. Dit is het besluit van het voorgaande hoofdstuk.

2) ijvert

Dat is, tracht evenwel daarnaar, dat de een den anderen daarin moge overtreffen.

3) om de geestelijke

Om de buitengewone gaven te verkrijgen, die de Heilige Geest toen in velen wrocht. Zie 1 Cor. 12:1,8,9,10. Hoewel men ook moet ijveren om de gewone gaven.

1Co 12.1,8,9,10

4) profeteren.

Wat dit is, zie Rom. 12:7; 1 Cor. 12:10, en 1 Cor. 14:3.

Ro 12.7 1Co 12.10 14.3

Ephesians 4:11

26) tot apostelen,

Van het onderscheid tussen apostelen en profeten, zie de aantekeningen 1 Cor. 12:28.

1Co 12.28

27) tot evangelisten,

Van dezer ambt, zie Hand. 21:8.

Ac 21.8

28) tot herders

Enige onderscheiden deze twee ambten alzo, dat de herders de gemeente niet alleen zouden leren en onderwijzen, maar ook door de kerkelijke tucht leiden en regeren, gelijk de herders de schapen doen, en dat de leraars alleen bezig zouden zijn om de Schrift te verklaren, en de waarheid der leer tegen de ketterijen en dwalingen te verdedigen. Doch alzo het woord sommigen hier tussen niet staat, gelijk in de voorgaande verscheidene beroepingen, zo nemen het anderen voor enerlei ambt; en dat deze twee namen hier bijeenstaan om aan te wijzen dat alle herders ook leraars moeten zijn, gelijk deze twee namen de een voor den ander in de Schrift dikmaals worden gesteld, en Paulus deze twee zaken bijeenvoegt in de beproeving der kerkedienaars, 1 Tim. 3, en Tit. 1.

Copyright information for DutKant